Zijn-tijd: zijn is tijd en tijd is zijn
De Japanse Zenmeester Dōgen, de grondlegger van de Sōtō-Zentraditie in Japan, schrijft in het hoofdstuk Uji (Zijn-tijd) van de Shōbōgenzō:
“Het was de oude boeddha Yakusan die het volgende zei:
Staan op de top van een berg is Zijn-tijd.
Afdalen naar de diepte van de oceaan is Zijn-tijd.
Een boos duiveltje zijn is Zijn-tijd.
Een Boeddha zijn is Zijn-tijd.
Een monniksstaf en een ceremoniële scepter met paardenhaar zijn Zijn-tijd.
Een ronde pilaar en een stenen lantaarn zijn Zijn-tijd.
Taro of Jiro zijn is Zijn-tijd.
De hele aarde en de uitgestrekte hemel zijn Zijn-tijd.
Zijn-tijd betekent dat tijd zijn is en zijn tijd.
Tijd is de stralende aard van elk moment.
Zie tijd niet als louter iets wat alleen maar voorbij vliegt.“
Zijn-tijd. Dōgen brengt hier twee begrippen samen: zijn en tijd oftewel de vergankelijkheid. Soms sta je op de top van een berg, soms sta je in een diep dal. Soms ben je het ene, soms ben je het andere. Alles wat je ziet, alle voorwerpen zijn er maar voor een tijd. Het hele universum met alles erin, het is allemaal vergankelijk én het ‘is’. ‘Zijn’ staat voor het constante want je bent, elk moment. Maar elk moment is een moment van tijd, van de veranderlijkheid, van de vergankelijkheid. Zo vaak streven we naar het onvergankelijke, naar dat waar we aan kunnen vasthouden in deze wereld die constant verandert. Maar Dōgen zegt: ‘dat is niet te vinden en je hoeft het ook niet te zoeken want jouw zijn is tijd en tijd is zijn.
Het tijdloze is het tijdelijke en het tijdelijke is het tijdloze. Het klinkt als een tegenstelling, een contradictie. Maar is dat zo? In het boeddhisme wordt het soms uitgelegd aan de hand van goud. Goud zelf komt altijd voor in een vorm: een klompje uit de aarde, een gouden ring, een armband, een gouden voorwerp. En de vorm is tijdelijk. Soms smelten we het bewust om, van het één naar het ander. Soms maken we er een goudstaaf van om dan weer later dingen van te maken. Maar de essentie van elk voorwerp is het goud. En goud is altijd onveranderlijk goud met zijn inherente kwaliteiten. Het schittert, het straalt, het behoud zijn kleur, tijdloos. Het schijnt dat het element goud al zou oud is als de aarde. Het zal altijd hetzelfde blijven. En toch, wanneer we naar goud kijken doen we dat via de veranderlijke vorm.
Wanneer we naar het geheel en naar onszelf kijken, zien we de veranderlijkheid. We zien tijd en tegelijkertijd zien we iets onveranderlijk dat zich uitdrukt in de vorm. Een paar weken geleden heb ik Bodhidharma gereciteerd die zegt: “Je Ware Aard is gewaarzijn.” Dus we kunnen zeggen: “gewaarzijn is tijd, tijd is gewaarzijn”. Het onveranderlijke is veranderlijk. Het veranderlijke, wanneer je werkelijk goed kijkt, is onveranderlijk. Dat betekent dat we in het zitten niet hoeven te zoeken naar iets dat buiten de tijd valt. We hoeven niet te zoeken naar iets wat eeuwig is want in het veranderlijke is het Eeuwige volledig aanwezig: het is de Ware Aard. Net zoals, wanneer je naar een gouden ring kijkt, je het onveranderlijke ziet. Dat betekent ten diepste dat je al bent waar je naar op zoek bent. Alleen onze neiging daarbuiten te zoeken, te zoeken naar wat ten diepste eigenlijk een ideaal is, doet ons dit steeds weer missen.
Het is voor die reden dat we alleen maar hoeven te verzachten, te ontspannen, vriendelijk te worden en dat we durven ons volledig over te geven aan de veranderlijkheid van elk moment. In elk moment is aanwezig het eeuwige nu, het eeuwige zijn. Laat ik zeggen het tijdloze-zijn, tijdloos gewaarzijn waardoor je altijd kan zeggen: “ik ben”.
En ja, soms zeg je dat staande op de top van de berg, soms in een diep dal. Soms als je een boos duiveltje bent, soms als je een Boeddha bent. Soms, zoals Dōgen zegt, in dit leven waarin je Ingrid of Pieter heet, soms in een ander leven wanneer je Klaas of Jolanda heet. Wie zal het zeggen hoe je dan wordt genoemd.
Dus zit en ben ‘dit wat nu is’. Durf jezelf daaraan volledig over te geven. Durf jezelf daarin volledig los te laten. En dan schijnt in het veranderlijke nu je tijdloze Ware Aard. Maar let wel! Het is nooit vast te grijpen en vast te houden alsof het iets vastigs is buiten de wereld van de vergankelijkheid, buiten de tijd!
* * * * *
"We hoeven niet te zoeken naar iets wat eeuwig is want in het veranderlijke is het Eeuwige volledig aanwezig: het is de Ware Aard. Net zoals, wanneer je naar een gouden ring kijkt, je het onveranderlijke ziet. "