Dharma-onderwijs

H15. De Soetra van Grote Wijsheid: de werking van wijsheid

Boeddhisme gaat niet uit van een schepper of een bron van waaruit alles ontstaat. Het is nihilistisch noch zuiver materialistisch van begrip. Op persoonlijk vlak erkent het boeddhisme onverschrokken hoe volstrekt afhankelijk we zijn en dat er, dienovereenkomstig, geen zelf of ziel met een onafhankelijk bestaan is. In het boeddhisme vinden we niet het antwoord op de dood door geloof in onsterfelijkheid; ook is er geen vervolmaking van het leven door iets buiten het leven. In de kern van deze benadering staat het besef dat alle dingen, in hun zelf-aard, leeg zijn. Door in de diepte van deze leegte door te dringen, ontwaakt in ons het besef van de volmaaktheid van de werkelijkheid en haar volkomen toereikendheid. Hieruit komt een diepe dankbaarheid voort die de wens oproept alle wezens te helpen. De onderlinge verwevenheid van het leven onthult mededogen en wijsheid als aspecten van de werkelijkheid zelf.

Door te zitten te midden van de omstandigheden zoals ze zijn, kan er een weten zijn van wat goed is om te doen en de motivatie óm het doen. En bovendien, er komt een einde aan ons isolement als afzonderlijke wezens, zelfs terwijl we gewoon ons leven leiden.

De Soetra van Grote Wijsheid kan worden gelezen als een beknopte beschrijving van zazen. De meer raadselachtige passages komen geleidelijk tot leven naarmate we zien dat de Soetra meer over praktijk gaat dan over filosofie. Begrip van de filosofie die de Soetra onderbouwt is noodzakelijk, maar ik denk dat dat het best kan worden bereikt door te vragen wat het met zazen te maken heeft en met de koan van het leven. We doen dat door niets te construeren tussen onszelf en de leegte. Wanneer we ons ten diepste overgeven, ervaren we de grenzeloos dragende aard van onderlinge verbondenheid in plaats van leegte. Aanvankelijk kan het angstaanjagend zijn om te beseffen dat we geen individuele substantie hebben, maar dan ontwaakt ons besef van de alomvattendheid van ons wezen. Zelfloosheid en heelheid zijn beide verwezenlijkt in de onmiddellijke aard van het leven. Een ware realisatie hiervan is geen kwestie van het toepassen van een doctrine of filosofie op de omstandigheden van het leven. Het is een actieve staat van zijn.

Zen houdt zich bezig met reageren op hoe het leven is en dus moeten we ons afvragen hoe wijsheid werkt. Als het niet gaat om een openbaring van een externe bron en het ook geen gewone kennis betreft, wat houden we dan over? In Zazen geven we ons over aan de situatie van het moment, zodat zowel de persoon als de situatie mag wegvallen. Dit maakt juist handelen mogelijk. Alles laten gaan is de activiteit van prajna, een non-dualistisch weten waarin werkelijkheid zich direct verwezenlijkt.

De volledige naam van de Soetra is De Grote Prajna-paramita Hartsoetra. Prajna is deze diepe wijsheid en paramita betekent perfectie. De titel staat dus voor ‘Het Hart van de Soetra van Grote Volmaaktheid van Wijsheid’.

Wijsheid
De omstandigheden van het leven vragen om een respons. Wijsheid is die respons. In het Boek van Onverstoorbare Kalmte1, een verzameling dialogen tussen meesters en discipelen, staat de volgende uitwisseling:

 

"Caoshan vraagt ouderling De: “Het ware werkelijkheidslichaam van Boeddha is als ruimte: het manifesteert vorm in antwoord op wezens, zoals de maan in het water – hoe verklaart u het principe van respons?
De zei: “Als een ezel die in een bron kijkt.”
Caoshan zei: “U zei inderdaad heel wat, maar u zei slechts 80 procent.”
De zei: “En u, leraar?”
Caoshan zei: “Als de bron die naar de ezel kijkt.”"

De bron kan worden gezien als zazen en de ezel als de persoon in kwestie. Hoe kan de bron nu naar de ezel kijken? Er is hier geen object, geen ezel en geen bron, maar door het spreken in termen van ezel en bron wordt verwezen naar de eigenlijke werkzaamheid die prajna is. We zijn ezels als we in een bron kijken om er iets te vinden. Als we ons overgeven, raken we nooit de bodem en kijkt de bron terug. Als we ons overgeven, zijn we niet verstoken van hulp. In mijn beleving worden wij geholpen door de wonderbaarlijke aard van werkelijkheid. Ik geloof niet dat ze door een of andere vorm van dualiteit hulp biedt. Het gaat niet om een ding dat een ander ding helpt.

Loslaten maakt dat geest, lichaam en omgeving zonder afscheiding zijn en in het zijn zonder afscheiding, is er wegvallen. Er is niets om aan vast te houden en niemand die vasthoudt. Deze leegheid is de aard van vorm. Om te kunnen loslaten moeten we het vertrouwen hebben om de omstandigheden te laten zijn zoals ze zijn, zonder ze weg te duwen of er aan vast te houden. Zazen vereist vertrouwen om los te laten en wijsheid is de wonderbaarlijke werkzaamheid van leegte.

Het proces van inzicht is er niet een van zelfzuchtige wapenfeiten, in de zin dat het individu uiteindelijk in het bezit komt van iets dat verlichting heet. Het gaat meer om het herkennen van de zinsbegoochelingen die hebzucht en haat voortbrengen. In welke mate de beoefenaar over zulk inzicht beschikt wordt zichtbaar in het dagelijks leven: je bent zo verlicht als je manier van doen.

Het bestaan is één en ongedeeld
Er wordt weleens gezegd dat boeddhisme leert dat de wereld een illusie is, maar dat is niet zo; we delen het bestaan niet op in illusie en werkelijkheid. Het is belangrijk dat we leegte niet verwarren met illusie. Het bestaan is onafgebroken in beweging en we zien de wereld vaak niet helemaal nauwkeurig, vooral als we concepten van de wereld in ons hoofd proberen vast te zetten. Om die reden kunnen we de wereld op een illusionaire manier ervaren, maar de wereld zelf is geen illusie. De waarheid bestaat en het is onmogelijk om ervan gescheiden te zijn, hoewel we, vaak genoeg, in verwarring kunnen raken over haar aard. Onze verwarring verandert niet het feit dat ze bestaat. De weg is om niet iets buiten onszelf te zoeken. Omdat het bestaan ongedeeld is, is de waarheid hier recht voor ons, maar we moeten leren hoe het te zien – erin ontwaken – en geworteld leven in dit dagelijks ontwaken.

Alle delen van onze individuele levens zijn “leeg, ongekleurd en klaar”. Dat geldt ook voor het hele universum. Onze vorm en de vorm van alle materie van het bestaan, en van alles dat ons bewustzijn vormt, is leeg. De Soetra zegt dat vorm leegte is en dat leegte vorm is, dus zijn leegte en vorm niet twee verschillende dingen. Alles wat vorm is, is leeg, en leegte is alleen maar vorm. Leegte en vorm bestaan niet los van elkaar.

Alles is afhankelijk en kan niet op zichzelf bestaan. Dit geldt voor elk onderdeel, ding, lichaam, geest, geloof, religie en universum. Deze waarheid wordt in de praktijk verwezenlijkt als we zazen doen. Er zullen vele dingen in je opkomen, maar als je ze niet probeert vast te pakken of weg te duwen, kan je niet zeggen dat ze niets zijn, en toch zijn ze leeg van wezenlijkheid. Dit is de aard van het leven: het is én het is volslagen onzeker. Als we ons verdiepen in vorm, vinden we leegte.

In de Soetra staat dat alle dingen leeg zijn; ze zijn niet geboren noch sterven ze volledig; ze zijn niet bezoedeld en ook niet vrij van smet; en ze nemen niet toe noch nemen ze af. Zeggen dat we niet geboren zijn lijkt tegen het gezonde verstand in te gaan, tot we beseffen dat leven en dood leeg zijn. We vieren de geboorte van een kind en rouwen als iemand overlijdt, maar als we met het oog van zazen naar het komen en gaan kijken, zien we dat vormen voortdurend veranderen en dat er geen toenemen en geen afnemen is. Misschien beseffen we intuïtief dat niets verloren gaat bij de dood, maar we moeten heel rigoureus kijken zodat we niet onze toevlucht nemen in clichés of sentimentaliteit. Als we zeggen dat er bij de dood niets verloren gaat, betekent dat ook dat er niets gewonnen wordt bij geboorte. Hoewel dit waar is, moeten we het direct begrijpen, anders verwordt het tot nonsens. Als er onmiddellijk begrijpen is, zijn er geen zorgen meer over geboorte of dood. We komen tot zulk inzicht door de aanwezigheid van geboorte en dood volledig te accepteren. Dan beginnen we te realiseren hoe dood niet-dood is en geboorte niet-geboorte. Boeddhisme vindt verlossing alleen in geboorte en dood, daar is geen ontsnappen aan en er is geen nirvana dat los ervan kan worden gevonden. Geboorte en dood is nirvana. Dit nirvana wordt bedoeld als we spreken van niet-geboorte en niet-dood.

"O Shariputra, in de leegte bestaat geen vorm, gewaarwording, gedachte, wilsactiviteit en geen bewustzijn. Geen oog, oor, neus, tong, lichaam, geest; geen vorm, geluid, reuk, smaak, tast en geen mentale verschijningsvormen. Geen zintuiglijk waarnemingsveld, geen bewustzijnssfeer, geen weten en geen spoor van onwetendheid. …"

Geen van de componenten die onze zintuigen en ons bewustzijn vormen kunnen in leegte worden aangetroffen. Dat wil niet zeggen dat we geen fysieke zintuiglijke organen hebben, maar dat ons lijden zijn wortels heeft in de illusie dat we een afzonderlijk zelf zijn. Deze misvatting ontstaat als we de werking van onze eigen zintuigen niet goed begrijpen. Onze ogen kijken naar buiten en het lijkt alsof we om ons heen een wereld in verandering zien, hetzelfde geldt voor ons gehoor, onze tastzin, enzovoorts. Het is helemaal niet verbazingwekkend dat we dan de wereld opsplitsen in binnen en buiten, of zelf en ander. Er lijkt een middelpunt in ons te zijn dat de waarnemer is. Als we in zazen zitten en ons werkelijk met heel ons wezen inzetten, dan is er niet langer binnen en buiten. Er is dan geen oog, oor, neus, tong, lichaam, geest aan het werk. “Zien is totaal zien”, is een manier waarop zenmeester Dogen beschrijft hoe de zintuigen werken zonder afgescheidenheid of dualiteit op te laten komen. Er is zien, horen, aanraken als expressie van het universum op dat ogenblik. Er is weten dat alles leeg is en zelfs dat wat dit weet is leeg. Nogmaals, dit is geen ontkenning van het bestaan van een lichaam en z’n zintuigen, maar een wijzen op de ervaring van non-dualiteit.

Alle dingen mogen komen en gaan
Zolang onze perceptie van de werkelijkheid gebaseerd is op een onjuiste duiding van de zintuigen, lopen we het risico lijden te veroorzaken door te handelen op manieren die niet in overeenstemming zijn met hoe de dingen werkelijk zijn. Als je bent geworteld in zazen, wordt denken een heel andere zaak. Het staat ons uiteraard vrij om ons bezig te houden met allerlei concepten, met plannen voor de toekomst en onderzoek van het verleden. Deze dingen zijn op zichzelf goed noch slecht. In Zen is de basis een staat van niet-geest waarin alle dingen mogen komen en gaan; ze worden niet veranderd in ‘mij’, maar worden gelaten zoals ze zijn.

Het is mogelijk om de wereld te kennen op een manier die is zoals de wereld zichzelf kent. Dit soort kennen heeft geen besef van plaats of zelf van waaruit de wereld wordt gekend en wordt in Zen soms aangeduid als een dorre boom:
Een monnik vroeg Meester Chikan van de Kyogen tempel:

"“Wat is de waarheid?”
Kyogen zei: “Tussen dorre bomen kunnen we het zingen van de draken horen”.
De monnik zei: “Wat is een persoon in de staat van waarheid?”
Kyogen zei: “Schedels die oogkassen hebben.”2"

‘Schedels met oogkassen’ roept het gevoel op van weten of zien zonder een subject. Het zingen van de draak is de ‘stem’ van de omstandigheden.

"Want hier is er geen lijden, noch is er een oorzaak, noch een einde, noch een Achtvoudig Pad, geen inzicht en geen verworvenheid."

In leegte – het laten gaan van alle dingen – is er geen lijden, geen oorzaak van lijden, geen einde aan lijden en geen pad. Er is geen verlichting of misleiding. Telkens als we zazen beoefenen, zitten we op deze plek, als een dorre boom. In dat doen is er geen goed of verkeerd. Het heeft geen zin te analyseren of bevestiging te zoeken, we kunnen alleen maar volledig vertrouwen op zazen. De Dharma is wonderbaarlijk in het begin, in het midden en aan het einde; het is ook moeilijk in het begin, in het midden, en aan het einde. De moeilijkheid zit ‘m in het volkomen en geheel laten gaan en de moeilijkheid zelf – is ook leeg. Wat is moeilijk? Er is dat wat hier en nu komt en er is de respons die in ons ontstaat, het zingen van de draak, want we zijn innig verbonden met wat zich ontvouwt. Het gebeurt niet met mij; het gebeurt gewoon en ik maak er deel van uit.

"De geest van de Bodhisattva die waarlijk één is met Grote Wijsheid van het Hart, kent geen belemmeringen en daarom ook geen angst. Deze Bodhisattva, boven de gewone menselijke geest uitstijgend, is Nirvana."

 

De vermeende hindernissen zijn leeg, en in leegte is vorm, het leven van Boeddha. De mantra die de Soetra afsluit luidt: “O Boeddha, gaan, doorgaan, altijd verder gaan, altijd te boven gaan, altijd Boeddha worden”. Dit doorgaan wordt niet opgevat als het bewandelen van een pad richting Boeddhaschap. Het is juist Boeddha die Boeddha realiseert, van moment tot moment. Ook Boeddha’s zijn leeg.

Het bestaan zelf is een wonderbaarlijke waarheid. Door geboren te worden en op te groeien, ontwikkelen we een individuele geest. In dat proces raken we helemaal niets kwijt, de Hof van Eden was altijd al een denkbeeldige plek. Tot leven komen is geen wegvallen uit een staat van zuiverheid; het is het middel waardoor Boeddha Boeddha rechtstreeks ontmoet. Geen bloem zou worden getoond zonder Makakashyo. Onze levens hebben betekenis, ze drukken de wonderbaarlijke waarheid van het bestaan uit, maar het leven heeft geen betekenis buiten het leven. Ook zouden we niet moeten zoeken naar een bedoeling in het leven. Integendeel, we zouden de aard van het leven moeten onderzoeken zoals het op dit moment is. Als we dat doen, zien we de unieke gift die wij kunnen geven.

* * * * *

Noten:
1) Book of Serenity, vert. Thomas Cleary (New York: Lindisfarn Press, 1990), pag. 219.
2) Shinji Shobogenzo, Gudo Nishijima (United Kingdom: Windbell Publications, 2002), pag 42 (aangepast).

Origineel: Buddha Recognizes Buddha - he Scripture of Great Wisdom: The Working of Wisdom
Auteur: Eerw. meester Daishin Morgan
Vertaling: Boeddha (h)erkent Boeddha - hoofdstuk 15
Vertaler: Eerw. meester Baldwin Schreurs

is een dharmaopvolger van eerw. meester Jiyu-Kennett, de oprichtster van de Orde van Boeddhistische Contemplatieven, een westerse boeddhistische orde in de Sõtõ-Zentraditie. Hij was tot 2019 abt van Throssel Hole Buddhist Abbey in Northumberland in Noord-Engeland en onderwijst boeddhisme in het Westen voor meer dan veertig jaar.