Shõnawashu Daioshõ
Andere benamingen:
Śanakavasa, 3de Indiase Patriarch, Shanavasin, Shanakavasa, Shanakavasin, Sengtsjan (Chinees), Sosan (Japans)
Shōnawashu betekent ‘natuurlijk gewaad’ en hij wordt beschouwd als de derde Indiase partriarch.
Hij kwam uit het land van Mathura (het eigenlijke Uttar-Pradesh in het noordwesten van India), één van de heiligste plaatsen voor hindoes en zijn familie behoorde van oorsprong tot de koopliedenklasse. Zijn vaders naam was Lin Sheng en de naam van zijn moeder was Jiao Sheye.
De Boeddha Shakyamuni had ooit een visioen over de geboorte van Shōnawashu, terwijl hij in Mathura reisde en een groen woud met weelderige vegetatie zag zei hij daarom tegen Ananda: "Dit bos zal Uruda heten. Ongeveer honderd jaar later zal er een monnik met de naam Shōnawashu op deze plek het wonderbaarlijke Wiel van de Dharma veranderen. "
Shōnawashu was een rijke man in Rajagriha, de hoofdstad van Magadha (India). Extreem wijs en dapper, beoefende hij als een leek en maakte hij offergaven als gebouwen en andere dingen aan de boeddhistische orde. Uiteindelijk deed hij afstand van de lekenwereld om zich als monnik te wijden aan het in praktijk brengen van de leer van de Boeddha. Shōnawashu erfde Shakyamuni's leringen van Ananda, de tweede van de drieëntwintig opvolgers van de Boeddha, en wijdde zich aan het verspreiden van de leringen. Hij heeft de leringen overgedragen aan Upagupta.
Als korte inkijk in zijn leer volgt hier een fragmet in een gesprek tussen Shōnawashu en zijn leerling Upagupta:
"Eens vroeg de eerbiedwaardige Shōnawashu aan Upagupta, “Heb je het huis fysiek of spiritueel verlaten? “
Upagupta reageerde, “Echt, ik heb mijn huis fysiek verlaten.”
Shōnawashu zei, “Hoe kan de verwonderlijke Dharma van de Boeddha iets te maken hebben met jouw lichaam of geest? “
Toen hij dit hoorde raakt Upagupta diep verlicht.
Upagupta bezocht Shōnawashu toen hij 15 jaar was. Op 17 jarige leeftijd was hij ingewijd en verliet hij zijn huis en werd een volgeling van Shōnawashu. Op zijn 22ste werd hij verlicht. Wanneer shanavasa vroeg, “Heb je je huis fysiek of spiritueel verlaten? ”refereerde hij aan het onderscheid die in de tijd van de Boeddha gemaakt werd tussen twee vormen van het thuis verlaten, de ene fysiek, de ander mentaal. Je huis fysiek verlaten dat iemand alle wereldse zaken achter zich gelaten heeft: relaties, genegenheden, zijn huis.
Er is ook een andere versie van deze lering: "
Nadat Shōnawashu lange tijd had onderwezen, dacht hij aan de overdracht van de Ware Dharma, dus ging hij op zoek naar Pataliputra, en daar stuitte hij op Upagupta, die hij zijn verzorger maakte.
Toen vroeg hij Upagupta: "Hoe oud ben je?"
'Ik ben zeventien,' antwoordde hij.
'Is dat uw lichaam dat zeventien is,' vroeg de meester, 'of is uw karakter zeventien?'
Upagupta antwoordde: 'Het haar van de meester is al wit, is dat omdat het haar wit is of omdat het hart wit is?'
'Alleen mijn haar is wit, het hart is niet wit.' Antwoordde de meester.
'Mijn lichaam is zeventien,' zei Upagupta, 'de natuur is niet zeventien.'
Shōnawashu wist toen dat Upagupta een vat van de Dharma was en na drie jaar schoor hij zijn hoofd en gaf hem de voorschriften. Toen Shōnawashu het Dharma-oog overdroeg aan Upagupta, reciteerde hij de volgende gatha:
Het is geen dharma of een hart
Want noch hart noch dharma bestaat
Wanneer we het hebben over hart en dharma
Deze Dharma is niet het hart of het dharma.
Verder lezen:
Een bekende tekst van Shōnawashu is de Hsin Hsin Ming.