Dharma-onderwijs

De echte ontmoeting

Woensdag 9 september 2020

30 Minuten in stilte. Onszelf gevend aan dit moment zoals het is. En het leven brengt ons van alles. Gemak en ongemak. Soms een kleine crisis, soms een grote crisis. Het hoort bij het leven. En dan mogen we nog van geluk spreken in het rijke Westen waar crisissen altijd in veel opzichten beperkt zijn. We lijden geen honger, we leven in veiligheid. En dan toch verschijnt opeens zo’n virus en moeten we aan allerlei voorzorgsmaatregelen voldoen. Het brengt ongemak.

Het gewone leven zelf brengt zo nu en dan ongemak. In onze relaties met anderen,  op het werk. Het ongemak van het lichaam dat soms ziek wordt of niet goed functioneert. Het ongemak van de geest die soms druk of overspannen is, gestrest. In het ongemak in een crisis, groot of klein, leer je jezelf ten diepste kennen. Wanneer het leven vredig voortkabbelt is het makkelijk meestromen, het gaat vanzelf. Maar wanneer een crisis, wanneer ongemak zich aandient, worden we vaak wat alerter, wat wakkerder. Dan leren we als het ware zien uit welk hout we gesneden zijn. Vlucht ik voor wat ongemakkelijk is, ga ik verzet, ga ik protesteren of klagen, ga ik het negeren, net doen alsof het er niet is? Of heb ik de kracht om er stil bij te zijn, om me te openen en me er naar toe te bewegen? Toebewegen naar dat wat naar mij komt, ongemak.

Het is een bijzonder inzicht van de Boeddha dat, wanneer we dat doen, er een echte ontmoeting kan plaatsvinden. In plaats van afstand te nemen, als het ware me terug te trekken in een klein ikje die het ongemak niet wil accepteren, het ongemak werkelijk te ontmoeten. Noem het omarmen met een open hart en geest. En wanneer we het echt ontmoeten, vindt er iets bijzonders plaats. We overstijgen onszelf als klein ikje en we overstijgen het ongemak. Ernaartoe bewegen is een daad van mededogen. En het leidt naar wijsheid want in de echte ontmoeting kan ik zien wat werkelijk nodig is in plaats van te blijven hangen in hoe ik het ongemak kan vermijden, neutraliseren, wegduwen.

Het zitten zelf (mediteren) brengt soms zo zijn ongemak. Het lichaam kent zo zijn pijntjes tijdens het zitten, of het voelt moe, of wat gespannen. De geest kent zo zijn ongemak. Gevoel van druk zijn, gestrest, van verveeld of ongeduldig zijn. Hoe treden we die klein ongemakken van lichaam en geest tegemoet? Met eenzelfde wegvluchten, ontkennen, of kunnen we ook die met een open hart geest tegemoet treden? Onszelf volledig geven zodat ook daar een echte ontmoeting kan plaatsvinden met wat is. Met de werkelijkheid van dit moment, de geest of lichaam dat ongemakkelijk aanvoelt. En wanneer we die echte ontmoeting durven aan te gaan, overstijgen we onszelf en het ongemak. De Boeddha noemde het bevrijding. Bevrijding van het opgesloten zijn in een klein ikje, bevrijding van wat we het ongemak noemen want het is eenvoudigweg dit moment van leven zoals het is. Er is mededogen, er is wijsheid. Wat is goed om te doen? Wanneer we zitten, is het eenvoudigweg doorgaan met zitten. Laten komen wat komt, laten gaan wat wil gaan. Houd niets vast. Wat is dan nog het ongemak? In die ontmoeting vinden we de vrede, de vreugde, de vrede die geen angst kent voor wat komt. Alleen een afgescheiden ik heeft angst voor ongemak. Wanneer we onszelf volledig geven in de meditatie is er een moedig ontmoeten van wat is. Daar ligt de bevrijding. Daar ligt de verlichting.

*     *     *     *     *

"Alleen een afgescheiden ik heeft angst voor ongemak. Wanneer we onszelf volledig geven in de meditatie is er een moedig ontmoeten van wat is. Daar ligt de bevrijding. Daar ligt de verlichting."

werd in 1990 in het Zenklooster Throssel Hole Buddhist Abbey in Noord-Engeland tot boeddhistische monnik gewijd en ontving vijf jaar later de Dharmatransmissie van zijn meester, eerw. meester Daishin Morgan, abt van het klooster. In 1998 werd hij een Dharmaleraar van de Orde en in oktober 2017 tot Zenmeester benoemd. Sinds begin januari 2005 woont en werkt hij in De Dharmatoevlucht