Funayasha Daioshõ
Andere benamingen:
Punyasyasha, 富那夜奢 / Fùnàyèshē (Chinees), Phú-Na-Dạ-Xa (Vietnamees), 부나야사 / Punayasa (Koreaans)
De elfde voorouder, Funayashya, stond voor heilige eerw. Barishiba en maakte gassho, en Barishiba vroeg hem: "Waar kom je vandaan?" "Mijn geest (natuur) gaat nergens heen", antwoordde Funayashya. Barishiba vroeg hem: "Waar verblijf je?" "Mijn geest (natuur) blijft nergens," antwoordde Funayashya. "Dwaal je dan rond?" vroeg Barishiba. "Elke Boeddha is zoals ik" Funayashya antwoordde. "Jij bent geen Boeddha", zei Barishiba. "Iets Boeddha noemen is verkeerd". Bij het horen van deze uitspraak trainde Funayashya zichzelf eenentwintig dagen en realiseerde hij geen-zelf. Hij zei toen tegen Barishiba: "Het is verkeerd om iets Boeddha te noemen en jou heilig te noemen. Barishiba stond hem toe de waarheid over te brengen.
Funayasha kwam uit Kashikoku; zijn familienaam was Gautama en de naam van zijn vader was Hoshin. Toen eerw. Barishiba naar Kashikoku kwam, rustte hij onder een boom en wees naar de grond en zei tegen de mensen: "Als deze grond goudkleurig wordt, zal er een heilige verschijnen." Op dat moment werd de grond goudkleurig en verscheen er iemand die Funayashya, de zoon van een rijke man, heet. Het hierboven geciteerde gesprek vond plaats en Barishiba reciteerde het volgende vers:
"Deze grond werd goud;
Ik wist al een tijdje dat er een heilige zou komen.
Jij, Funayashya, moet Boeddha worden
Dus je zou onder de Bodhiboom moeten zitten,
Zoals Shayamuni Boeddha deed, en de waarheid realiseren"
Funayasha reageerde met het volgende vers:
"Jij zit op de gouden grond
en leert het stralende licht,
Jij, Funayashya, moet Boeddha worden
waardoor ik samadhi binnen kan gaan."
Bron: Zen is Eternal Life