Als een zwerm vogels
Het boeddhisme leert dat alles wat we waarnemen samengesteld is. Opgebouwd door elementen die zelf ook weer samengesteld zijn. En die elementen zijn vervolgens ook weer samengesteld. En dat geldt voor al wat we kunnen waarnemen buiten onszelf, maar ook in onszelf. Zelfs onze persoonlijkheid is opgebouwd uit elementen die ook weer samengesteld zijn.
In de oude teksten* wordt gesproken over de vier elementen die samenkomen en dat opbouwen wat weer verder de dingen opbouwt. Die vier elementen zijn: aarde, water, lucht en vuur. Oftewel: soliditeit, vloeibaarheid, vluchtigheid en warmte. We zouden misschien tegenwoordig kunnen zeggen: alles is opgebouwd uit moleculen of atomen. Maar die zijn zelf ook weer opgebouwd uit kleinere elementen: protonen, neutronen, elektronen. En die zijn ook weer opgebouwd uit nog kleinere elementen. En ten slotte komen we uit bij – wat we dan gemakshalve – energie noemen en dat is niet meer dan beweging. Boeddhisme zou zeggen: beweging in bewustzijn.
Alles is opgebouwd uit elementen die zelf ook weer opgebouwd zijn. Het is te vergelijken met een vlucht vogels die samen gekomen zijn en zo’n donkere bewegende wolk vormen, dansend in de lucht. Eigenlijk is alles te vergelijken met dat. En het kan heel solide lijken, tot het moment dat we beter kijken, als het ware inzoomen en zien dat wat we dachten dat één geheel was, een solide geheel, bestaat uit elementen. Het is voor die reden dat het boeddhisme zegt dat de dingen in zichzelf leeg zijn van een eigen vaste identiteit.
Ook wijzelf zijn opgebouwd uit elementen, dus ook wijzelf zijn leeg van een eigen vaststaande identiteit. Wij zijn ook als persoonlijkheid als die zwerm vogels die in de lucht dansen als een dansende wolk of als een school vissen in het water. Maar die vogels vliegen niet in het luchtledige. Ze worden gedragen, als het ware, in de lucht. Net zoals de vissen gedragen worden door het water. Voor de vogel is de lucht grenzeloos. Hij zou, bij wijze van spreken, eindeloos de wereld kunnen rondvliegen en nooit een grens tegenkomen. Voor de vis geldt hetzelfde. De vogel ziet de lucht niet maar hij weet het effect van de lucht: het draagt hem.
Ook wij worden gedragen door ‘dat wat groter is’ dan het samenkomen van de elementen. En ook wij zien niet datgene wat ons draagt, maar we kunnen wel het effect voelen. We kunnen het voelen in de meditatie wanneer we verzachten en ontspannen, wanneer we ons volledig overgeven aan ‘dat wat voorbij de elementen ligt’. We zouden dat Stilte kunnen noemen of Vrede, maar misschien is een beter woord Liefde. Niet liefde als een emotie, maar Liefde in de zin van ‘het is goed!’
Wanneer we werkelijk loslaten, maakt het niet meer uit hoe dit moment is. Mijn lichaam, mijn geest, mijn omgeving. We worden gedragen in een groter Zijn, net zoals die zwerm vogels die dansen in de lucht. Er komt een einde aan, de vogels zullen weer uit elkaar gaan als groep. En ook aan ons zal een einde komen wanneer de elementen weer zich verspreiden en weer een nieuw iets vormen, een nieuw leven, een nieuw begin. Maar ‘dat wat het geheel draagt’, al die vormen, is tijdloos, is vormloos. Maar laat zich elk moment voelen wanneer je je daarvoor openstelt. Dus verzacht en ontspan, word vriendelijk. Laat jezelf als samengesteld iets even zijn voor wat het is en weet je gedragen door het Grotere Geheel.
* * * * *
*) Zie bijvoorbeeld: Sandōkai (Eenheid en verscheidenheid gaan in elkaar op), van Zenmeester Sekito Kisen (700-790), een stamhouder van de Sōtō-Zentraditie.
"Ook wij worden gedragen door ‘dat wat groter is’ dan het samenkomen van de elementen. En ook wij zien niet datgene wat ons draagt, maar we kunnen wel het effect voelen. We kunnen het voelen in de meditatie wanneer we verzachten en ontspannen, wanneer we ons volledig overgeven aan ‘dat wat voorbij de elementen ligt’. We zouden dat Stilte kunnen noemen of Vrede, maar misschien is een beter woord Liefde. Niet liefde als een emotie, maar Liefde in de zin van ‘het is goed!’"