Een kwart, een halve en een volle maan
In de Zenteksten – met name die van Zenmeester Dōgen of de Chinese Zenmeester Hongzhi – komt vaak de maan voor als symbool voor onze Ware Natuur. Ik vind het een heerlijk symbool. Als we de maan willen zien zullen we omhoog moeten kijken, op moeten kijken. Dat doet al wat met het lichaam; we strekken ons een beetje uit, we brengen de schouders wat naar achter, de borst vooruit. Heel anders dan wanneer we ingedoken zitten. Vooral wanneer we wat depressief of triest zijn. Dan hebben we de rug gekromd, zakken we een beetje in elkaar.

Om de maan te zien kijken we omhoog naar de hemel. En de maan is het beste te zien in de nacht. Dan is het licht van de maan het meest duidelijk. De maan kan je soms ook zien tijdens de dag, maar het licht is [dan] heel miniem en de maan is soms moeilijk te spotten in de lucht. In de nacht is het overduidelijk.
Dus wanneer we zitten, kijken we als het ware spiritueel omhoog, kijken we in wat we de donkerte in onszelf kunnen noemen. Niet de donkerte in een negatieve zin, maar de donkerte die vrij is van alle dingen die zich tonen gedurende de dag, alle dingen die komen en gaan. In de donkerte van onszelf kijken betekent voorbij ‘alles wat komt en gaat’ kijken; kijken naar de maan.
De maan kent verschillende fasen: soms is er maar een stukje maan te zien, een sikkel, soms een kwart, soms half, soms geheel, afhankelijk van de omstandigheden. En wanneer we in onszelf kijken en naar onze Ware Natuur kijken, – de vrede, de stilte, – ook dan zien we soms maar een klein stukje, of een kwart, of de helft, soms volledig. De maan is natuurlijk altijd in zijn geheel aanwezig en wanneer we dat eenmaal weten, dan raken we niet verstoord als we alleen maar de helft van de maan zien. We weten de gehele maan is aanwezig, maar vandaag zie ik alleen maar de helft.
Zo is het ook met onze Ware Natuur. Als we diep in onszelf kijken, zien we soms maar een stukje, maar dat betekent niet dat het geheel van ons Ware Zelf niet aanwezig is. Onze verlichte natuur is altijd aanwezig, maar door de omstandigheden zien we soms maar een gedeelte of helemaal niets. Dus we zitten in vertrouwen, kijken spiritueel omhoog naar onze Ware Natuur en weten dat het aanwezig is. En als de omstandigheden goed zijn is daar die volle maan van onze Ware Natuur die zijn licht schijnt op ons pad in de wereld.
Bij volle maan is het makkelijk ‘s nachts buiten te wandelen, soms zelfs in het bos. Als we de maan niet zien, als de maan verscholen is, als ons pad niet belicht wordt door de maan, dan moeten we heel voorzichtig treden. We kunnen makkelijk struikelen. Dus we lopen dan met grote aandacht, voorzichtig, stap voor stap. En zo doen we dit ook in de wereld, in ons dagelijks leven. Als we even de maan van onze Ware Natuur niet kunnen herkennen, treedt dan voorzichtig in deze wereld! Je kan makkelijk struikelen in het donker. Maar wanneer het licht schijnt, wordt ons pad verlicht en gaat het makkelijk.
Dus in dit zitten, zit met vertrouwen. Je Ware Verlichte Natuur is al aanwezig, je Ware Natuur van vrede en een alles omvattende liefdevolle stilte. En wanneer de omstandigheden juist zijn, zal daar het licht verschijnen. Als de dag daarna dit licht weer verdwenen lijkt te zijn, maak je niet ongerust. Als er geen maan te zien is denkt niemand dat er geen maan meer is. Wat een mooi symbool, de maan van onze Ware Natuur.
* * * * *
"Dus in dit zitten, zit met vertrouwen. Je Ware Verlichte Natuur is al aanwezig, je Ware Natuur van vrede en een alles omvattende liefdevolle stilte. En wanneer de omstandigheden juist zijn, zal daar het licht verschijnen. Als de dag daarna dit licht weer verdwenen lijkt te zijn, maak je niet ongerust. Als er geen maan te zien is denkt niemand dat er geen maan meer is."