Eigenheid en verbondenheid in een netwerk
Onze digitale wereld is opgebouwd uit netwerken van bits. Bits zijn elektronische eenheden die aan of uit staan, geladen of ongeladen zijn. Dat wordt meestal weergegeven met een 1 of een 0. Aan één bit heb je niet veel, maar een netwerk van miljoenen en miljarden bits schept onze hele digitale wereld. Internet, alle films die we op onze computer kunnen bekijken, de e-mails, de Zoombijeenkomsten, het is allemaal mogelijk vanwege die netwerken van bits, van aan en uit, geladen en ongeladen. Ons brein werkt een beetje als een computer. Maar misschien is het beter te zeggen dat de computer werkt als het brein want ook daar vinden we netwerken van wat we bits zouden kunnen noemen. Cellen die aan staan of uit, geladen of ongeladen zijn. Zenuwcellen die vuren of niet vuren. Die miljarden hersencellen vormen een netwerk waardoor we de ervaring hebben van onszelf, van de wereld, van eindeloze vormen, geluiden. De mogelijkheden zijn oneindig.
De wetenschap komt er nu achter dat wat we de materiële werkelijkheid noemen, net zo uit netwerken bestaat en de kleinste eenheid ervan is de quantum die aan of uit staat, geladen of ongeladen. En wat een variatie is dan mogelijk, oneindig! Van het kleinste dingetje tot aan de planeten en de sterren, allemaal beginnend bij netwerken.
De cel is ook zo’n netwerk van weer kleinere delen en is zelf deel van zeg je hart omdat het samenwerkt met andere cellen. En je hart werkt weer samen met andere organen, je lever, je nieren, je hersens, je spieren, je bloedsomloop, en tezamen vormen ze een lichaam-geest organisme, wat jij bent. En dat lichaam-geest organisme vormt met andere organismen, andere mensen, ook weer een netwerk van misschien familie of een vriendenclub of collega’s en die vormen weer met andere netwerken de mensheid op deze planeet. Allemaal niveaus van netwerken opgebouwd uit wat we bits kunnen noemen, aan, uit, geladen, ongeladen.
Zo’n cel in het hart functioneert optimaal als het voor zichzelf zorgt én tegelijkertijd compleet samenwerkt met andere cellen. Het hart werkt weer samen met andere organen. Elk heeft zijn eigenheid maar samen vormen ze het lichaam. Dus als elk orgaan optimaal functioneert, functioneert het lichaam optimaal.
Dus er zijn vele niveaus van netwerken waarin in elk niveau er een eigen identiteit is, een eigenheid, én een verbondenheid. En het geheel werkt optimaal als er gezorgd wordt voor de eigenheid én voor het netwerk, voor het geheel. Wij mensen hebben het geluk dat we een netwerk hebben dat we intelligentie noemen. We kunnen ons bewust worden van de plek die we innemen in al die niveaus van netwerken. We kunnen onszelf de vraag stellen “hoe zorg ik goed voor mezelf en gelijkertijd hoe zorg ik goed voor het netwerk waarmee ik verbonden ben?“ Die twee gaan compleet samen, het één is afhankelijk van het ander. Nu zijn wij als mensen zo dat als een vraag gesteld wordt we meteen een antwoord willen weten, maar de vraag “hoe zorg ik goed voor mezelf en het geheel?” is in zichzelf al een antwoord. De vraag draagt in zich een niet-weten, maar dat niet-weten is geen gebrek aan kennis. Het is geen onwetendheid maar een openheid, een als het ware diep luisteren. Want in elk moment kan het antwoord iets verschillen. Soms ben je met vrienden en is de vraag “hoe zorg ik voor mezelf en goed voor mijn vrienden?”. Soms ben je met familieleden, soms ben je met vreemden en ook dan behoor je tot een netwerk en is de vraag “hoe zorg ik goed voor mezelf en voor al die mensen waarmee ik ben?”.
Luister, voel, en zie dat zorg voor zelf én de ander één geheel vormt. Je zou het ook in andere woorden kunnen uitdrukken en aan de hand van de eerste van de boeddhistische paramita’s: “hoe kan ik zo goed mogelijk geven aan mezelf en aan de ander, aan het niveau van het netwerk waarin ik me op dit moment bevindt?” Zit en luister en als je dit goed gaat doorzien, jouw eigenheid en onlosmakelijkheid van het geheel, verschijnt er in het hart een glimlach, een diep mededogen en een inzicht dat wat voor jou geldt voor alles geldt, van het allerkleinste tot het allergrootste.
* * * * *
"Zit en luister en als je dit goed gaat doorzien, jouw eigenheid en onlosmakelijkheid van het geheel, verschijnt er in het hart een glimlach, een diep mededogen en een inzicht dat wat voor jou geldt voor alles geldt, van het allerkleinste tot het allergrootste."