Gebrokenheid en de ene hele (heilige) Geest
We neigen om de dingen te zien als gebroken. We kijken naar de wereld en zien die vaak als gebroken. We zien mensen in strijdt met elkaar en we concluderen dat de wereld op één of andere manier is gebroken. En misschien zien we onze directe omgeving, onze huiselijke situatie, onze relatie, onze werksituatie als gebroken. Misschien zien we onszelf wel als gebroken, misschien op het lichamelijke vlak, misschien op het mentale vlak. Op één of andere manier is de heelheid, de onschuld, de zuiverheid, de harmonie en de orde verdwenen. Waar de orde is verdwenen, daar is strijd van grof tot heel subtiel. We pogen om de stukjes weer aan elkaar te lijmen, een heelheid te creëren. En we zien onszelf continue falen. Ook al slagen we erin hier en daar wat te repareren maar dan breekt het volgende moment weer wat anders.
Vandaag wordt in de Christelijke wereld Pinksteren gevierd. Het neerdalen van de heilige Geest over de discipelen van Jezus. Die groep discipelen was ook gebroken, hun wereld was gebroken door de dood van hun geliefde meester. Dus er was angst, misschien strijd over de weg te nemen. En dan op een gegeven ogenblik, daalt de heilige Geest over hun neer in de vorm van vlammen. Dat is natuurlijk een symbolische weergave om aan te geven dat de heilige Geest licht is. Licht in de duisternis van de gebrokenheid.
Die weergave is ook bekend in het boeddhisme. Kijk straks maar naar het Boeddhabeeld op het altaar en zie de vlam bovenop het hoofd van de Boeddha. Al vanaf de tijd van de Boeddha worden de heiligen van de traditie weergegeven met een halo, een aura rond het hoofd, een cirkel van licht. Het woord heilig komt van ‘heel’. Wat neerdaalde over de discipelen was de Geest, de Ene Geest die heel is. Het wordt beschreven als een neerdalen omdat het hen gegeven werd, het wordt door hen ontvangen. De heelheid van de Ene Geest in hen allen. En meteen vindt er een diepe transformatie plaatst in de discipelen dat ze hun angst verliezen, hun twijfel en zich verspreiden in het Romeinse rijk om de boodschap te verkondigen. Hoe gevaarlijk dat ook was en een aantal van hen hebben het ook niet overleefd. De heelheid van de Geest, de gebrokenheid is opgelost. De gebrokenheid was nooit echt, was nooit werkelijk. Daarom wordt de Geest die heel is ook de Oorspronkelijke Geest genoemd.
Wanneer we in het water kijken van een grote vijver op een beetje winderige dag, zien we de weerspiegeling van de omgeving in het water gereflecteerd als fragmenten, als stukjes waarvan we meestal de samenhang niet goed zien. Maar wanneer de wind stopt, het water kalmeert, herkennen we dat de weerspiegeling één beeld is, ongebroken. Het leek slechts gefragmenteerd, gebroken maar het was vanaf het begin af al één geheel (één heel).
In het boeddhisme wordt de Geest soms vergeleken met een spiegel. Wanneer die op sommige plekken dik bedekt is met stof, zien we stukjes weerspiegeling in de spiegel en ook daar is het beeld weer gefragmenteerd. Haal het stof weg en je weet dat vanaf het begin was er nooit iets gebroken, het was altijd één beeld.
We kunnen proberen de gebrokenheid te repareren, gebrokenheid die we zien in de wereld en in ons eigen leven, maar weet dat die gebrokenheid niet werkelijk is, er is niets gebroken, het lijkt alleen maar zo. Op een dag – en dat kan dadelijk zijn, morgen, maakt eigenlijk ook niet uit – ‘daalt’ de hele Geest in jou. Die hele geest is eigenlijk nu al in jou aanwezig en die zal zich opeens in zijn heelheid tonen, heb vertrouwen daarin. Weet dat al die pogingen die je doet om te lijmen, te helen, stukjes oké te maken zodat ze op één of andere manier allemaal wel passen zodat het leven dragelijk en prettig wordt, het is allemaal overbodig. Vertrouw in de heelheid van de Ene Geest.
Het is heel aanlokkelijk om te zeggen dat jij deel bent van de Ene Geest, de Oorspronkelijke ongebroken Geest, maar het klopt niet helemaal. Dat wat heel is, een heelheid kan nóóit opgebouwd zijn uit deeltjes. Als we zo denken, denken we nog altijd in fragmenten, in een gebrokenheid. De heelheid dat ben jij! De hele wereld, alle mensen, alle dieren, alles ben jij.
Ik las laatst een klein verhaaltje in een boek over een rupsje op een blad. Voor dat rupsje is dat blad het leven, zijn overleven, zijn voedsel, zijn veiligheid. Het blaadje trilt en beweegt in de wind, dus het houdt het goed vast, daarvoor heeft het vele pootjes gekregen. Maar het is het lot van het rupsje om zich te ontvouwen, te ontpoppen tot een vlinder. Het blaadje los te laten en te vliegen in vrijheid door de wereld als één geheel. Misschien is het heel even spannend voor die vlinder om het blaadje los te laten want dat heeft het zolang gedaan als rupsje. Maar dan springt het de lucht in, het laat los en ervaart zijn inherente vrijheid. Het leven is heel.
Ook wij zijn soms dat rupsje dat vasthoudt aan het beeld van het blaadje als een plekje in een gebroken wereld. Maar zit in stilte, stop met lijmen met repareren. Zit in vertrouwen in je eigen Geest, in je eigen Zijn want het is de ‘Ene hele’ en daarmee heilige Geest. Het is je lot om te transformeren tot die vlinder die zoals de discipelen van Jezus hun angst loslieten en de wereld ingingen om te werken aan het goede van allen. Vertrouw in dit meest schitterende proces. Geloof niet in de twijfel, in je angst in ‘het rupsje denken’ van “o jé durf ik wel”.
Lezing gegeven tijdens de 4-daagse retraite in de Hurnse Gaper van 2 t/m 5 juni 2017