Het ja en juist inzicht
Factor acht van het Achtvoudige Pad is ‘juiste meditatie’. Juiste meditatie is niet zozeer een activiteit die we doen maar meer een staat van zijn. Wanneer we ‘juist’ mediteren, zijn we volledig één met wat we het ‘hier en nu’ noemen en dat betekent één zijn met de staat van zijn die we in het hier en nu ervaren, of dat nu een ontspannen en gelukkige mentale en fysieke staat is of niet. Of we nu druk zijn in ons hoofd, gestrest, vrolijk zijn of verdrietig, pijn hebben of niet, het doet er niet zoveel toe. We zijn er volledig één mee. Eigenlijk is deze formulering niet geheel juist want feitelijk we zijn nooit niet één met wat we zijn maar in ons hoofd kan het soms heel anders lijken.
Stop
Meditatie wordt vaak omschreven als een activiteit die je in het kort kan omschrijven met vier woorden: stop (of pauzeer) – ontspan – open – vertrouw. Het begint met ‘stop’ en bewust worden van het verhaal dat gaande is in je hoofd, of de emotionele reactie waarin je zit. Stop met wat je met je lichaam en/of geest aan het doen bent en ontspan. Daarvoor moet je jezelf even wat tijd geven. En dat is niet altijd gemakkelijk. Soms lijkt het alsof de omgeving van ons vraagt dat we een meteen een antwoord hebben of dat we meteen reageren op wat zich voordoet. Vaak is dat een verkeerde perceptie die meer voortkomt uit een geconditioneerde gedrevenheid dan uit het feit dat de omgeving dit werkelijk van ons verlangt. Niet zelden hebben we wel de tijd maar denken we dat we het niet hebben omdat we bijvoorbeeld bang zijn dat anderen dan negatief over ons zullen denken. Het kan soms een grote indruk maken als je bijvoorbeeld naar iemand kijkt of luistert die werkelijk de tijd durft te nemen.
Dit heb ik zelf ervaren tijdens een publieke lezing van een monnik uit Throssel vele jaren geleden. Deze monnik sprak op een hele rustige wijze en liet naar mijn gevoel lange momenten van stiltes vallen tijdens zijn lezing. Ik vond dat heel spannend om te ervaren want zelf werd ik bij het spreken voor een publiek nogal gespannen en sprak dan nog sneller dan normaal en met nog minder rust en pauzes dan ik gewoon was. Wat deze monnik allemaal toen heeft gezegd ben ik inmiddels vergeten maar niet die rust en die lange momenten van stiltes die in zo’n schril contrast stonden met mijn eigen innerlijke onrust en spanning van toen.
Ontspan
Dus stop even en geef jezelf de tijd bewust te worden van hoe je bent en van je omgeving. En als je merkt dat er dan spanning in je lichaam en geest aanwezig is, ontspan dan. Het is die spanning die de drukte in het hoofd gaande houdt. Vaak merk je dat bewust worden van je mentale en fysieke staat al vanzelf leidt tot wat ontspanning. Ontspannen betekent vooral ophouden jezelf aan te spannen, net zoals je je hand ontspant door te stoppen met het aanspannen van de vingers. De ontspanning volgt bijna vanzelf!
Open
Open jezelf dan tot wat zich nu aan je voordoet. Word gewaar van wat is, hier, nu. En dat betekent een ontspannen waarnemen. Dit waarnemen kan ontspannen plaatsvinden omdat we niet proberen iets te bereiken of te creëren. We nemen alleen maar waar wat is, zonder enige bijbedoeling en zonder enig oordeel. Dat laatste is belangrijk want elk oordeel brengt ons terug naar een verhaal en dus naar spanning. Zou dit tijdens het waarnemen gebeuren, dan gaan we weer terug naar ‘stop en ontspan’. Dit ontspannen waarnemen is de dingen zien zoals ze zijn. Dit is niet zo gemakkelijk want onze neiging om te oordelen is groot; het is een diep ingesleten conditionering in onszelf.
Ons hele besef van onszelf, van ons ‘ik’, stoelt op twee bewegingen van de geest, een van ‘willen hebben’ en een van ‘wegduwen’ – in boeddhistische termen: verlangen en afkeer. Deze bewegingen hebben als basis het gevoel dat in ons ontstaat wanneer we met iets in contact komen en dat kan iets zijn buiten onszelf (bijvoorbeeld een mooi voorwerp) of iets in onszelf (bijvoorbeeld een akelige herinnering). Dit contact brengt een prettig of onprettig gevoel voort en op basis van dit gevoel beweegt de geest in de richting van verlangen of afkeer. Als je goed naar jezelf kijkt zal je zien dat deze beweging van de geest een groot deel van de dag gaande is. En al vroeg in ons leven ontstaat in ons de overtuiging dat mijn ‘ik’ die geest is met zijn voorkeur voor dit en dat en zijn afkeer van zus en zo.
Het ‘ik’, in het boeddhisme het ‘ego’ genoemd, heeft een redelijk belangrijke functie in ons dagelijks leven. Het ‘ik’ streeft naar zelfbehoud en is daarom bewust van al die situaties die ons voortbestaan als organisme kunnen bedreigen. Het ‘ego’ is er daarom op getraind om situaties in te schatten en te beoordelen. En dat is belangrijk in een wereld waarin niets zeker is, vooral in vroegere tijden waarin de beschikbaarheid van voedsel en veiligheid erg onzeker was, vooral in vergelijking met onze huidige tijd. Het ego kan echter een probleem gaan vormen als we niet meer verder meer kunnen kijken dan het beperkt perspectief van het ego. Als een onprettig gevoel zich in ons voordoet, is het ego meteen actief om dat gevoel te neutraliseren door bijvoorbeeld onszelf af te leiden, wat te gaan eten, aan iets prettigs te denken, enz. Maar ook bij een prettig gevoel is er meteen beweging en wil het ego dat gevoel graag vasthouden of uitbreiden. Stil staan en bewust worden van het gevoel, zonder enige beweging van de geest (het stop – ontspan – open), is door die conditionering moeilijk maar zeker niet onmogelijk. Oefening hierin is belangrijk en je kan meditatie zien als precies dat.
Vertrouwen
Dan komt de laatste stap en dat is ‘vertrouwen’. Vertrouwen is hier niet een vertrouwen in iets maar meer een jezelf toevertrouwen aan dat wat zich hier en nu aan je voordoet. Dit toevertrouwen aan is het bewust worden van het feit dat aan de basis van elke ervaring een ‘ja’ ligt, of die ervaring nu een prettige of onprettige is. Voordat we ook maar één gedachte gedacht hebben, of ook maar één gevoel gevoeld, is er het ‘ja’ naar wat zich hier en nu voordoet. Het is net als een spiegel die alles weerspiegelt dat voor hem komt. De spiegel maakt geen onderscheid en velt geen oordeel over wat zich voor hem toont; het ‘zegt’ ja tegen alles. De spiegel heeft geen mogelijkheid om ook maar iets te weigeren want de essentie van een spiegel is nu eenmaal alles te weerspiegelen wat voor hem verschijnt. De essentie van ons bewustzijn is vergelijkbaar met de spiegel, alleen verschijnen de dingen niet voor ons bewustzijn maar in ons bewustzijn en zijn ze gemaakt uit bewustzijn.
Het oorspronkelijk bewustzijn kent net zoals de spiegel geen mogelijkheid om ook maar iets te weigeren. Elke ervaring, prettig of onprettig, verschijnt in het bewustzijn omdat het ‘ja’ de basis is van ons bewustzijn. Op dat ‘ja’ volgt dan soms een ‘nee’ als we bijvoorbeeld in verzet gaan, als we oordelen en afkeuren, kwaad worden of jaloers, of als we naar iets anders gaan verlangen dan wat we nu hebben. We verliezen dan het ‘ja’ uit het oog en identificeren ons volledig met het ‘nee’. En uit dat ‘nee’ volgen dan vanzelf al die gedachten en gevoelens die ons zo vaak kunnen bedrukken.
Ja
De weg terug is niet zo moeilijk: stop – ontspan – open – vertrouw. M.a.w. kom terug naar het feit dat wat je ook ervaart er alleen maar is omdat je al ‘ja’ gezegd hebt, zelfs tegen het verzet of de afkeuring die misschien nu in je lichaam of geest aanwezig is. Zonder dit ‘ja’ had je het anders nooit ervaren! En dat ‘ja’ zelf is ‘juiste meditatie’, een open staat van zijn dat zich volledig toevertrouwt aan wat is, omdat het volledig één is met wat is, hier, nu.
Juiste meditatie, factor acht van het Achtvoudige Pad, brengt ons vervolgens naar factor één van het Pad: ‘juist inzicht’. Juist inzicht is in het boeddhisme inzicht in de drie karakteristieken van de werkelijkheid: het lijden (dukkha; wat het is, hoe het ontstaat en hoe het tot een eind kan worden gebracht – De Vier Edele Waarheden); de onbestendigheid of veranderlijkheid der dingen (anicca); en het ontbreken van een op zichzelf staand en onveranderlijk ‘ik’ (anatta). Als alles onbestendig en veranderlijk is, kan geen enkel materieel of immaterieel ding ons verlangen een blijvende bevrediging geven en het kan dan ook niet anders zijn dan dat hechting aan dat wat veranderlijk is per definitie tot lijden leidt. De veranderlijkheid der dingen betekent ook dat er niets in onszelf is waarvan we kunnen zeggen dat het ons onveranderlijk ‘ik’ is dat op zichzelf staat, los van de onbestendige wereld.
Bovenstaande paragraaf lijkt filosofisch van aard en we kunnen dan soms ook de vergissing begaan om het met ons verstand proberen te begrijpen en uit te werken. Dat leidt echter niet tot ‘juist inzicht’ zoals bedoeld in het Achtvoudig Pad, hooguit tot een rationeel begrijpen wat op zich prima is. We kunnen echter dieper gaan dan dat en met heel ons wezen ’juist inzicht’ ervaren wanneer we steeds weer terugkomen naar het ‘ja’, naar ‘juiste meditatie’. Vanuit de open en zich toevertrouwende staat van zijn ontvouwt zich vanzelf juist inzicht in de drie karakteristieken van de werkelijkheid. En dit juiste inzicht zal zich dan vanzelf gaan vertalen in ‘juist denken’, ‘juist spreken’ en ‘juist handelen’, factoren twee, drie en vier van het Achtvoudige Pad. Maar daarover meer in een volgend artikel.
Nawoord:
Een interessant (Engelstalig) boek over de beoefening van ‘stop – ontspan – open – vertrouw’ en de Vier Edele Waarheden is Insight Dialogue, The Interpersonal Path to Freedom. van Gregory Kramer, 2007.