Dharma-onderwijs

Het Ongeborene

Zondag 22 mei 2022

Ik wil deze meditatie kort inleiden met een paar woorden van de Boeddha. Ze zijn bekend en vaak al uitgesproken in deze tempel, maar mooi om ze nog eens uit te spreken. Het is uit de Udana en het verhaal gaat als volgt. Het is Ananda, de trouwe metgezel en verzorger van de Boeddha, die spreekt:

Aldus heb ik gehoord:

Eens verbleef de Verhevene in Anathapindika’s park bij Savatthi.

Nu gebruikte de Verhevene deze gelegenheid om de monniken te onderrichten, in hun overtuiging te versterken, aan te moedigen en te verblijden, en hield een verhandeling volgens de dharma met nirvana als onderwerp. En deze monniken luisterden naar de dharma met gespitste oren en ernstige aandacht en namen alles goed in zich op.

Boeddha

Toen sprak de Verhevene, die de betekenis ervan inzag, het volgende hartverheffende vers:

“Monniken, er is een ongeboren, een niet-geworden, een niet-geschapen, een niet-samengestelde. Monniken, als dat ongeboren, niet-geworden, niet-geschapen, niet-samengestelde niet was, zou er klaarblijkelijk geen ontkomen zijn aan datgene hier dat geboren, geworden, geschapen en samengesteld is.

Maar monniken, aangezien er een ongeboren, niet-geworden, niet-geschapen en niet-samengestelde is, is een ontkomen aan datgene hier dat geboren, geworden, geschapen en samengesteld is, klaarblijkelijk.” *

Deze uitspraak van de Boeddha vat eigenlijk onze hele meditatiebeoefening samen. We zitten en wanneer we op iets zitten te wachten, naar iets zitten te zoeken, - hoe verheven dat ook mogen zijn -, dan zoeken we naar iets dat geworden is, dat komt en gaat. Wat komt, dat gaat, dus wat we ook via dat zoeken proberen te vinden, als we het gevonden hebben zal het ons uiteindelijk weer ontglippen. We weten het allemaal.

In dit zitten komen we terug naar wat niet komt en gaat. Met andere woorden wat buiten de tijd staat want komen en gaan is tijd. En omdat we het nog niet gevonden hebben, in die zin dat je dat ook zo voelt, is de neiging heel groot om toch te blijven zoeken. Je toevlucht te nemen in het geborene, in het gewordene, in het geschapene. Het zitten van ons is dan ook een ultieme uiting van vertrouwen dat het ongeborene, dat nirvana, de absolute rust en vrede, al aanwezig is. Het tijdloze in het tijdelijke. Het is voor die reden dat we ook alles wat komt en gaat loslaten, in ieder geval niet vasthouden, ons niet aan vasthouden. Wat het ook is. Welke gedachten, overtuigingen, emoties, de spanningen, de vreugdes, houd aan niets vast. Verbind je er niet mee.

Uiteindelijk ga je intuïtief voelen dat in dit, wat we dan eenvoudigweg zitten om het zitten noemen, er een stevigheid is, iets dat niet beweegt. Als een rots in de golven. En ja, soms zijn de golven zo hoog dat we weer van de rots geslagen worden, om het zo uit te drukken. Dus we komen steeds weer terug naar het zitten. Om die stabiliteit opnieuw en opnieuw te vinden. Eenvoudigweg door in vertrouwen te zitten. En ben niet bang niet voor de golven, hoe hoog ze ook zijn. Blijf terugkomen naar het zitten. Langzaamaan gaan we voelen dat het eigenlijk altijd aanwezig is, die rots onder ons in de woelige zee.

Het beeldje van Avalokiteshvara, de bodhisatva van mededogen, wordt vaak weergeven als een persoon die ontspannen zit op een rots in de golven. Niet voor niets, want langzaamaan, wanneer we echte vaste grond onder de voeten krijgen, veranderd de relatie die we hebben met de dingen die komen en gaan. Ze zijn belangrijk, soms heel belangrijk, maar niet het belangrijkst!

Er is in dit alles, in dit komen en gaan, dat wat niet komt en gaat. Het ongeborene, ongewordene, onsamengestelde, het tijdloze, onze ware natuur. Wanneer we dat gevonden hebben zullen we nog altijd problemen tegenkomen in de wereld om ons heen en in onze eigen innerlijke wereld. Maar de relatie daarmee is dan blijvend veranderd. Het is één van mededogen. En dat mededogen kan er zijn omdat we onze ware natuur hervonden hebben. Dus blijf oefenen, blijf zitten. Ook al heb je het gevoel het nog niet gevonden te hebben, laat dat idee van het nog niet gevonden te hebben ook maar gaan. Het is al aanwezig. Zit met een open hart en geest, leeg van een zoeken, van verlangen. In die stilte is het aanwezig. In die leegte is het aanwezig.

 

*     *     *     *     *

 

*) Uit: Udana: Hartverheffende Verzen (Hoofdstuk VIII, afd. iii, The Minor Anthologies of the Pali Canon, Part II (1935)

"Ook al heb je het gevoel het nog niet gevonden te hebben, laat dat idee van het nog niet gevonden te hebben ook maar gaan. Het is al aanwezig. Zit met een open hart en geest, leeg van een zoeken, van verlangen. In die stilte is het aanwezig. In die leegte is het aanwezig."

werd in 1990 in het Zenklooster Throssel Hole Buddhist Abbey in Noord-Engeland tot boeddhistische monnik gewijd en ontving vijf jaar later de Dharmatransmissie van zijn meester, eerw. meester Daishin Morgan, abt van het klooster. In 1998 werd hij een Dharmaleraar van de Orde en in oktober 2017 tot Zenmeester benoemd. Sinds begin januari 2005 woont en werkt hij in De Dharmatoevlucht