Dharma-onderwijs

Het wonder van zijn

Woensdag 27 mei 2020

Ik wil de meditatie beginnen met een uitspraak van de Franse filosoof Descartes. Die bekende uitspraak: “Ik denk, dus ik ben.”
We kunnen ook zeggen: “Ik spreek, dus ik ben. Ik fiets of ik loop, dus ik ben. Ik lach of ik huil, dus ik ben. Ik zit en mediteer, dus ik ben.”

En misschien kunnen we het ook wel opdraaien en is dat juister: “Ik ben, dus ik denk. Ik ben, dus spreek. Ik ben, dus ik handel. Ik ben, dus ik lach. Ik ben, dus ik huil.” Want het ‘ik ben’ is eerst voordat er überhaupt wat gedaan wordt. Het ‘ik ben’ is er eerst voordat er überhaupt iets nagelaten wordt.

Want het is ook juist om te zeggen: “Ik ben, dus ik denk niet. Ik ben en doe niets. Ik ben en ervaar.”

Dat ‘ik ben’ is niet afhankelijk van het doen, of iets nalaten, en al zeker niet van of we het goed doen of niet. ‘Ik ben’ is altijd aanwezig, wat we ook denken of niet denken, wat we ook zeggen of niet zeggen. En onze aandacht stroomt altijd uit naar wat we doen, wat we denken, wat we nalaten, hoe we zijn, triest of vrolijk.

Nu in de meditatie laten we de aandacht terugstromen naar waar alles uit voortvloeit, het ‘ik ben’. Dat is onmiskenbaar aanwezig, het weten te zijn. Kijk maar, ervaar maar. Het is zo duidelijk en toch: wat is dat het ‘ik ben’, wat is het ‘te zijn’? Het is niet in woorden te vatten, we kunnen het alleen maar omschrijven van hoe het voelt, van hoe het nu voelt: welke gemoedstoestand er is, welke gedachten er zijn, wat we nu doen of niet doen. Maar we kunnen nooit de essentie pakken van het ‘ik ben’. Het is ongrijpbaar én onmiskenbaar aanwezig, hier en nu en overal waar je gaat, waar je bent, ten alle tijden. Het was vroeger net zo zeer aanwezig als nu in je leven, ‘ik ben’.

Het is als een juweel dat straalt, dat wonderbaarlijk is. Maar vaak zijn we niet meer gewaar van het wonderbaarlijke, van het ‘ik ben’. Het is alsof het juweel bedolven is onder de stof, de stof van alles waar onze geest zo mee bezig is in het dagelijks leven: alle activiteiten, alle drukte in het leven. Dus wanneer we zitten, stoffen we als het ware het juweel weer af door wat onze geest bezig houdt te laten gaan, los te laten.

Langzaamaan zullen we weer verwonderd raken over dat simpele feit te bestaan, te zijn. ‘Ik ben’. Als we weer verwonderd kunnen raken over ons bestaan, raken we tegelijkertijd verwonderd over alle andere dingen die bestaan. Het is hetzelfde wonder. Een wonder niet te vatten in woorden, niet te vatten met de geest, maar overduidelijk aanwezig. Een wonder dat we allemaal kennen wanneer we bijvoorbeeld kijken in de ogen van een kleine baby, of naar iets in de natuur, of luisterend naar een mooi stuk muziek. Opeens worden we geraakt, is de verwondering weer daar. En in de verwondering zijn we compleet, open en stil. Er is geen behoefte meer om de dingen te vatten in woorden, in concepten; er is slechts het compleet één zijn met wat is, in de verwondering.

Dus laat alles wat je bezighoudt nu maar gaan. Ontspan, verzacht, ervaar dit moment zoals het is met een vriendelijkheid. Dat juweel, die verwondering, ligt in dit moment. Niet straks, niet gisteren, nu! Maak je geen zorgen als de verwondering nog niet voelbaar wordt, het komt vanzelf. Stof het juweel van Zijn af met je zachte vriendelijke aandacht.

* * * * *

"Het is, wanneer onze aandacht stabieler is geworden, dat we de focus kunnen laten oplossen en kunnen oefenen om de aandacht in zichzelf te laten rusten."

werd in 1990 in het Zenklooster Throssel Hole Buddhist Abbey in Noord-Engeland tot boeddhistische monnik gewijd en ontving vijf jaar later de Dharmatransmissie van zijn meester, eerw. meester Daishin Morgan, abt van het klooster. In 1998 werd hij een Dharmaleraar van de Orde en in oktober 2017 tot Zenmeester benoemd. Sinds begin januari 2005 woont en werkt hij in De Dharmatoevlucht