Inwijding van de tempel
In elke ruimte treffen we de Boeddha aan; in elke ruimte kunnen we de meditatie toepassen, zijn met mededogen en daarmee wordt die ruimte het Boeddhaland, ons thuis. De ruimtes in deze tempel staan symbool voor de ruimtes in jezelf. Het pad van de Boeddha is er een die door al die ruimtes gaat, welke naam ze ook dragen, hoe licht of donker ze ook zijn. En overal tref je de Boeddha. Sta in elke ruimte even stil. Bied je meditatie aan, je mededogen en maak daarmee die ruimte tot het Boeddhaland. Of het nu ‘keuken’ heet of ‘kantoor’, ‘depressie’ of ‘angst’. En natuurlijk, het stopt niet in dit gebouw wat trouwens niet van ons is.
Vele hebben met energie, met hulp en met geld bijgedragen dat we hier nu kunnen zitten, maar de ruimtes zijn niet van ons net zo min als dat ons lichaam van ons is. Het is als het ware in bruikleen gegeven en daar mogen wij voor een tijd in zijn en alle kamers als het ware ontdekken, exploreren en transformeren in het Boeddhaland. Sterker nog, het is het Boeddhaland maar jouw beoefening brengt er licht in waardoor het wordt gezien voor wat het waarlijk is. Jouw lichaam en dit gebouw staan in de wereld en daarin treffen we ook weer oneindig veel ruimtes aan en het pad van de Boeddha gaat daar allemaal doorheen. Ieders pad is verschillend en toch doen we allemaal hetzelfde. In elke ruimte vinden we de Boeddha als we bereid zijn echt te kijken en we daarin de meditatie en het mededogen brengen; dan zullen we zien dat elke ruimte, ook in de wereld, het Boeddhaland is.
En het is goed om dit diep te beseffen, vooral nu in deze tijden van crisis. We noemen iets alleen maar een crisis omdat we het niet meer kunnen controleren. Wij hebben onszelf beperkt tot een aantal ruimtes die we onder controle proberen te houden zodat we ons veilig kunnen wanen, niet meer beseffend dat alles ons wordt gegeven om daarin de Boeddha te ontdekken, het Boeddhaland dat er al is. Tijden het zingen van de ‘Aanroep voor het opheffen van rampspoed’ zeggen we precies in woorden wat we doen:
‘Eer aan alle Boeddha’s,
Eer aan de oneindige Dharma,
Vrede, spreek, ontluik!
Aan het schitterend vredig hart dat geen rampspoed kent.
Eer! Eer!’
Alles wat ons is gegeven zullen we uiteindelijk weer moeten loslaten. Hoe meer we vasthouden, hoe spannender dat loslaten gaat voelen, vooral wanneer we onze zekerheid op dat vasthouden bouwen. In een crisis kan dat een beetje door elkaar worden geschud waardoor we weer kunnen gaan beseffen waar de werkelijke toevlucht ligt, waar de Boeddha en het Boeddhaland werkelijk is. Het is precies daar waar je bent. In elke plek, in elke ruimte, op elk tijdstip. En je bent nooit alleen; je bent in dat Boeddhaland tezamen met alle levende wezens, ook al beseffen de meesten dat niet. Het is hier, het is nu
* * * * *
"‘In elke ruimte treffen we de Boeddha aan; in elke ruimte kunnen we de meditatie toepassen, zijn met mededogen en daarmee wordt die ruimte het Boeddhaland, ons thuis."