Livestream opname
MP3 versie
Terug naar lezingen en artikelen
Kijken naar je oorspronkelijke gezicht
Zenmeester Dōgen schrijft in zijn aanwijzingen bij het mediteren:
“Keer de blik naar binnen en neem de weg die direct naar de Boeddhageest leidt.”
Hij echoot hier als het ware de woorden van Bodhidharma, de Indiase monnik die in de vijfde eeuw de Zentraditie van India naar China bracht. Bodhidharma schrijft: “De meest wezenlijke methode die alle andere methoden omvat is het waarnemen van de geest.” En dit is wat we in de meditatie doen. Het is de methode die alle andere methode omvat; het waarnemen van de geest. En daarom bij het zitten keren we de blik naar binnen en kijken naar de geest, naar onze eigen geest die niet verschilt van de Boeddhageest. Onze eigen geest is de Boeddhageest.
Ook schrijft Dōgen;
“Al wat nodig is, is boekenwijsheid op te geven en de blik naar binnen te richten zodat je ware natuur verlicht wordt. Als je dit doet zal je je lichaam en geest op natuurlijke wijze loslaten en zal je oorspronkelijke gezicht zicht tonen.”
Het oorspronkelijke gezicht is het gezicht van de Boeddha, het is de Boeddhageest. En al wat nodig is is boekenwijsheid op te geven. Dōgen bedoeld hier niet dat we nooit een boek moeten lezen. Sterker nog, als er één monnik in de traditie is geweest die veel geschreven heeft, dan is het Dōgen zelf. Maar wat hij bedoelt is dat wanneer we gaan zitten en de blik naar binnen richten, kijken we niet vanuit een standpunt van aangeleerde wijsheid, van aangeleerde kennis, kijken we niet vanuit meningen en gezichtspunten, we kijken niet vanuit een overtuiging.
We kijken simpelweg naar de geest, die ruimte waarin alles verschijnt, elke gedachte, elk gevoel, elke zintuiglijke waarneming, en waarmee al die dingen gekend worden. Als het ware “het veld van bewustzijn” zoals Zenmeester Hongzhi uit de twaalfde eeuw het noemt.
Er is iets grappigs in de zin ‘kijken naar de geest’ want wat of wie kijkt? Het kijken zelf is iets wat in de geest zich manifesteert. Je kan niet kijken zonder geest want waarmee zou je wat gezien wordt kennen. Dus wanneer we zitten, kijkt de geest naar zichzelf. En wanneer we werkelijk alle vooropgezette kennis even laten zijn, of zoals Dōgen het zegt: “als we alle betrokkenheid met ons lichaam en onze denkende geest even los laten”, dan herkent de open ruimte van gewaarzijn zichzelf voor wat hij is, de Boeddhageest die in zichzelf inherent stil is, open, vrij. Die zonder lijden is, zonder angst, zonder verlangen en daardoor al die dingen kan herkennen; elke emotie van angst, elk verlangen, elke gedachten, elke vorm, elk geluid.
Dus zit heel open, ontspannen; keer de blik naar binnen, kijk naar je eigen geest en vergeet niet een lichte glimlach te maken. Want je bezit iets wat het meest waardevol is in dit gehele universum. Waarom? Omdat het gehele universum verschijnt in de Boeddhageest. De Boeddhageest is niet jouw bezit, het is niet jouw persoonlijk bezit want ik heb hem, jij hebt hem, iedereen heeft het. En het is zelfs niet een kwestie van hebben, wij allen zijn de Boeddhageest, dit open veld van gewaarzijn.
* * * * *
"Wanneer we werkelijk alle vooropgezette kennis even laten zijn, dan herkent de open ruimte van gewaarzijn zichzelf voor wat hij is, de Boeddhageest die in zichzelf inherent stil is, open, vrij."