Kashobutsu Daioshõ
Andere benamingen:
Sanskrit = Kasyapa Buddha, Pāli = Kassapa Buddha, Chinees = 迦葉佛, Japans = 迦葉; かしょう (Kashō), Khmer = ព្រះពុទ្ធកស្សបោ (Preah Puth Kassapao), Mongools = ᠭᠡᠷᠡᠯ ᠰᠠᠬᠢᠭᠴᠢ, Гашив, (Geshib), Thai = พระกัสสปพุทธเจ้า, (Phra Kassapa Phutthachao),
Tibetaans = འོད་སྲུང་ཆེན་པོ (Ösung Chenpo), Vietnamees = Phật Ca-Diếp
Kashobutsu werd geboren in Isipatana Deer Park in Varanasi, een stad in de moderne staat Uttar Pradesh in het noorden van India. Zijn ouders waren de Brahmanen Brahmadatta en Dhanavatī, van de Kashyap Gotra.
Volgens de legende was zijn lichaam twintig el hoog en leefde hij tweeduizend jaar in drie verschillende paleizen. Het zijn Hamsa, Yasa en Sirinanda. Zijn belangrijkste vrouw was Sunandā, die hem een zoon baarde genaamd Vijitasena. Hij beoefende slechts zeven dagen ascese. Hij preekte zijn eerste preek in Isipatana aan een groep monniken.
Hij hield slechts één samenkomst van zijn discipelen waaronder Nāradeva, een Yaksha. Zijn belangrijkste discipelen onder monniken waren Tissa en Bhāradvāja, en onder nonnen waren Anulā en Uruvelā, zijn constante verzorger was Sabbamitta. Onder zijn beschermheren waren de meest eminente Sumangala en Ghattīkāra, Vijitasenā en Bhaddā.
De Stoepa van Kashobutsu
Er was aanvankelijk een groot meningsverschil over wat de grootte van de stoepa zou moeten zijn en over welk materiaal het zou moeten worden gebouwd. De bouw van de stoepa was begonnen nadat deze problemen uiteindelijk waren opgelost. Maar toen ontdekten de burgers dat ze onvoldoende geld hadden om de stoepa te voltooien. Een anāgāmi-toegewijde genaamd Sorata reisde door Jambudvipa en vroeg geld van de mensen voor de voltooiing van de stoepa. Hij stuurde het geld zodra hij het ontving en toen hij hoorde dat het werk voltooid was, ging hij op pad om de stoepa te aanbidden. Hij werd echter in beslag genomen door rovers en vermoord in het bos, dat later bekend werd als de Andhavana.
Bron: Wikipedia