Altaar van de overdracht van verdiensten
Op het ‘Overdracht van verdienste’ altaar staat een beeld van de Boeddha in de parinirvana-houding; dit is de houding waarin de Boeddha lag toen Hij stervende was en op zijn rechterzijde lag, klaar om dit leven los te laten en het vorm- en tijdloze en daarmee eeuwige nirvana in te gaan. Over het nirvana schrijft de Dalai Lama het volgende:
“Het nirvana is een gemoedsgesteldheid waarin de psyche volkomen is losgemaakt van dwalingen en bezoedelingen en is opgegaan in de werkelijkheid, zoals die door een verlicht wezen wordt ervaren.
Voor boeddhisten is de geest de grondslag van het nirvana. Nirvana is uitgeblust (bevrijd) zijn van het vuur der begeerte, hartstocht en waan, die zich manifesteren in de vorm van verstorende emoties zoals hebzucht, afkeer, begoocheling en vastklampen aan het bestaan. Door het uitdoven is men bevrijd van toekomstige wedergeboortes.”
Boven dit beeld van de Boeddha staan beeldjes van de Bodhisattva van Mededogen Avalokiteshwara, eentje op een herdenkingsconsole waarop de naam staat van een overleden sanghalid. Hierboven hangen kaartjes met namen van mensen die óf erg ziek zijn óf door een moeilijke tijd heengaan. Iedereen is welkom om zo’n kaartje voor iemand anders of jezelf in te vullen en op te hangen. Het boeddhisme leert dat alles één is én dat we van elkaar verschillen in de gedachten, emoties, herinneringen, innerlijke beelden en geconditioneerde gedragspatronen die we allen hebben. Echter wanneer we in meditatie dit geconditioneerde allemaal loslaten, ervaren we de vrije stille ruimte van helder gewaarzijn. In zuiver gewaarzijn is er niets dat ons van elkaar scheidt. We kunnen daarom iemand in gedachten alle goeds toewensen vanuit het vertrouwen dat ongeacht hoe het iemand ook verder zal vergaan, zijn of haar ware aard, zuiver gewaarzijn, is vrij van lijden, geboorte en dood. Daarmee brengen we onze eigen zorgen en verdriet tot rust waardoor we anderen die het moeilijk hebben beter kunnen helpen diezelfde rust en stilte te vinden.